Wat je van beren leren kan
Column - taal - spreekwoorden - gezegden - beer
15 maart 2018
Eerst werden er wolven gespot in Nederland. En toen deed eind februari opeens nóg een wild dier zijn intrede in ons koude kikkerlandje: de Siberische beer! Reden tot paniek? Of zien we beren op de weg?
Wolven, beren: het lijkt goed te gaan met de wildstand in Nederland! Maar helaas blijkt bij nadere beschouwing dat de Siberische beer niet letterlijk via Polen en Duitsland onze oostgrens overstak. Het gaat hier slechts om een uitdrukking. De Siberische beer is een wind uit het oosten of noordoosten die de kou uit Rusland en Siberië naar ons land brengt. Gekscherend zeggen we dan: de Siberische beer komt uit zijn hok.
Tot een week of twee geleden had ik eerlijk gezegd nog nooit van deze uitdrukking gehoord. Maar het deed me wel denken aan een aantal andere uitdrukkingen en gezegden in onze taal waarin beren de hoofdrol spelen.
Een ongelikte beer
Van een hork van een kerel zeggen we wel eens dat hij een ongelikte beer is. Maar wat heeft een onbeschoft type eigenlijk met een beer te maken? En waar komt dat likken ineens vandaan? Rond het begin van onze jaartelling schreef de Romeinse schrijver Ovidius zijn dichtbundel Metamorfosen. Hierin schrijft hij onder andere dat de jongen van een beer er bij de geboorte uitzien als een vormeloze bal. De moederbeer geeft deze ‘ballen’ vorm door ze te likken, zodat ze er uiteindelijk als beren uitzien. Wanneer een pasgeboren berenjong dus niet goed in vorm gelikt was door de moeder, kreeg je een ongevormd, onbeschaafd wezen. Dit volksgeloof was over heel Europa verspreid, want dezelfde uitdrukking komt ook in het Duits, Engels en Frans voor. Het tegenovergestelde kennen we overigens ook: door iets te likken, kun je iets gladmaken, polijsten. Maar te glad gemaakt is ook weer niet goed: dan wordt het té gelikt.
Beren op de weg zien
Als je een beer tegenkomt op je pad, kun je maar beter rechtsomkeert maken. Een ontmoeting met dit wilde dier betekent immers niet veel goeds. De uitdrukking ‘beren op de weg zien’ wordt dan ook vooral gebruikt om aan te duiden dat je bezwaren ziet of bang bent voor onbestemde zaken. Er bestaan ook een aantal varianten op de uitdrukking, waarin nog meer wilde dieren opgevoerd worden. Zo kun je apen en beren, leeuwen en beren of wolven en beren op de weg zien. Genoeg wilde beesten om je terecht zorgen over te maken.
De huid van de beer verkopen voordat hij geschoten is
Beren zijn gevaarlijke dieren, maar de berenhuid was ook een belangrijk jachtproduct. Wie echter overmoedig raakte, en de nog te schieten berenhuid al bij voorbaat verkocht, had een probleem. Het spreekwoord is gebaseerd op een fabel van Jean de La Fontaine. Hierin verkopen twee makkers een berenhuid aan een koopman. De beer moet alleen nog wel geschoten worden. Wanneer ze oog in oog staan met de beer, raken ze in paniek. De ene man klimt in de boom en de ander gaat op de grond liggen en houdt zich voor dood. De beer trapt erin. Hij snuffelt wat aan de schijndode man en laat hem daarna met rust. Beide mannen komen met de schrik vrij. Op de vraag wat de beer eigenlijk tegen hem zei toen hij hem zo besnuffelde, antwoordde de man: “Hij zei tegen mij: verkoop de huid niet, eer de beer is neergelegd”.
De beer is los!
In deze uitdrukking is de beer niet het grote bruine roofdier, maar een mannetjesvarken. Die wordt ook een ‘beer’ genoemd. Een losgebroken mannetjesvarken kan nogal wat schade aanrichten en dus is de uitroep ‘De beer is los!’ op te vatten als een signaal dat er zich problemen aandienen. Oppassen dus.
De beerput gaat open
Ook in deze uitdrukking speelt een beer de hoofdrol. Maar ook hier heeft ‘beer’ een andere betekenis. Beer betekent hier ‘poep’ en een beerput is eigenlijk de voorloper van onze wc. In vroeger tijden was men nog niet aangesloten op het riool, maar deponeerde men de menselijke uitwerpselen in een put waarboven een plank met een gat erin gebouwd was: de poepdoos. De put moest regelmatig leeggemaakt worden. De inhoud (beer) werd gebruikt voor het bemesten van het land. Bij het openmaken van zo’n beerput kwam natuurlijk de nodige stank vrij. Later is men de uitdrukking ook overdrachtelijk gaan gebruiken. Uit de beerput kwamen dan ‘kwalijk ruikende zaakjes’ aan het licht.
Wat je van beren leren kan
Kortom, er zijn veel uitdrukkingen over beren en de ene beer is duidelijk de andere niet. Maar welke beer je ook in een spreekwoord of gezegde tegenkomt: ze hebben altijd een boodschap waar je je voordeel mee kunt doen. Mowglie en Baloo in Disney’s Jungle Book zongen het al:
Nee, je kan nooit beweren man,
Dat jou een beer niks leren kan,
Een beer die zegt het echt recht voor zijn raap,
Een beer die staat als leraar niet voor aap.
.