Van James naar Melle

 

In mijn boekenkast staat een oud schoolboekje voor kinderen tussen de 8 en 10 jaar. Het heet ‘De Lindertjes’ en is ergens in de jaren 60 van de vorige eeuw uitgegeven door Zwijsen in Tilburg.  De schrijver is een zekere James de Kok. 

Het is niet toevallig dat ik het boekje in mijn kast heb staan, want het werd geschreven door mijn opa. Jacobus/Jac./Sjaak, alias James de Kok schreef ook boeken. Behalve ‘De Lindertjes’ publiceerde hij ook verhalen voor in de bundel ‘De Meiboom’. Als schoolmeester werd hij door de plaatselijke uitgever gevraagd om voor hen educatieve verhalen te schrijven. Gevráágd dus. 

 

Gevraagd worden 

Daar kan ik wel eens jaloers op zijn, want hoe anders is het tegenwoordig? Voor nog niet gepubliceerde schrijvers is het haast onmogelijk om bij een uitgever binnen te komen. Laat staan dat je gevraagd wordt. In mijn opa’s tijd bestonden er nog geen pitches, slushpiles of selfpublishers. En ik denk niet dat hij het overgrote deel van zijn tijd besteedde aan het aanschrijven van uitgevers of het maken van publiciteits- en marketingplannen. Nee, mijn opa werd gevraagd om verhaaltjes aan te leveren. En dat deed hij. 

 

Bijzondere personages 

Het leuke is dat ‘De Lindertjes’ voor een groot deel gebaseerd is op zijn eigen familie. En dus maakt een groot deel van mijn familieleden in het verhaal hun opwachting. Zo is er sprake van een heeroom Antoon die priester was in Afrika en hebben de kinderen Linder dezelfde namen als mijn vader en een paar van mijn tantes: Kees, Annemie, Bep en Leonie. 

 

Schrijversbloed 

In mijn jeugd schreven mijn opa en ik brieven naar elkaar. Ik schreef wat versjes en mijn opa antwoordde steevast met een kleurrijke brief met versjes en tekeningen. Hij had een feilloos gevoel voor doelgroepgericht schrijven 😊. Toen ik ouder werd, kwam er een beetje de klad in onze correspondentie, maar mijn opa bleef me voorhouden dat ik moest blijven schrijven, want “de dichtader moet blijven vloeien”. 

 

Voetsporen 

Jaren later sta ik op het punt mijn eerste kinderboek in eigen beheer te publiceren en treed ik eigenlijk in mijn opa’s voetsporen. En nu kom ik erachter dat ik onbewust ook iets van zijn schrijfstijl heb overgenomen. Ook ik heb mijn eigen gezin als inspiratiebron gebruikt voor mijn boek. De hoofdpersoon uit ‘Melle en zijn tijdreisbril’ is namelijk gebaseerd op mijn eigen zoon Melle. Al schrijvende aan het manuscript is de hoofdpersoon Melle in de loop van de tijd een eigen leven gaan leiden en is de naam eigenlijk nog het enige dat herinnert aan de “echte” Melle. En op speciaal verzoek van zoon nummer twee, moet er nu natuurlijk ook een Tijn figureren in een van de volgende delen uit de reeks over 'Melle en zijn tijdreisbril'…

Fictie en feit 

Opa sloot zijn verhaal ‘De Lindertjes’ af met een passage waarin oom Antoon blij is als  Kees over enkele jaren tot priester zal worden gewijd. Dan kan hij hem namelijk komen helpen. 


Ik ben blij dat dat er in het echte leven nooit van gekomen is. Mijn vader Kees hield het na een paar weken op het seminarie al voor gezien. Gelukkig maar, anders waren ik en Melle er nooit geweest. En ‘Melle en zijn tijdreisbril’ dus ook niet.